top of page

Blogpost: Onverschilligheid is geen optie: werken als historicus in het Nationaal Holocaustmuseum gedurende de genocide in Gaza*

16 april 2025


Het monumentale werk No Words van de Palestijnse kunstenares Malak Mattar vormt een rauwe, aangrijpende visuele getuigenis van het geweld in Gaza. De titel — No Words — onderstreept de onuitsprekelijkheid van het lijden en de onmacht van taal tegenover systematische vernietiging. Net als Picasso’s Guernica confronteert het doek de toeschouwer met de morele urgentie van een catastrofe. Malak Mattar, No Words (2024), olieverf op doek, 500 x 230 cm. Te zien op malak-mattar.com
Het monumentale werk No Words van de Palestijnse kunstenares Malak Mattar vormt een rauwe, aangrijpende visuele getuigenis van het geweld in Gaza. De titel — No Words — onderstreept de onuitsprekelijkheid van het lijden en de onmacht van taal tegenover systematische vernietiging. Net als Picasso’s Guernica confronteert het doek de toeschouwer met de morele urgentie van een catastrofe. Malak Mattar, No Words (2024), olieverf op doek, 500 x 230 cm. Te zien op malak-mattar.com

Ondanks de oproep tot moreel bewustzijn die het Nationaal Holocaustmuseum aan zijn bezoekers doet, blijft het museum angstvallig stil tegenover hedendaags onrecht. In naam van neutraliteit verzaakt het zijn verantwoordelijkheid voor actieve betrokkenheid en verbiedt het museum docenten om uitspraken te doen over de genocidale intenties van het Israëlische regime.[1] Hierdoor dreigt genocide gereduceerd te worden tot een geïsoleerd verleden, terwijl het juist nu belangrijk is er lering uit te trekken.


Tijdens mijn periode als museumdocent bij het Nationaal Holocaustmuseum (maart-oktober 2024) was het mijn taak om schoolklassen te onderwijzen over de Holocaust, met nadruk op bredere morele lessen. Als bevoegd docent geschiedenis, gespecialiseerd in eugenetica en uitsluitingsmechanismen, zag ik het museum als een plek waar historische kennis direct kon bijdragen aan maatschappelijke bewustwording. Het lesmateriaal beklemtoonde dat herdenken van het verleden hand in hand gaat met het herkennen en bestrijden van hedendaags onrecht. ‘Je weet het nu. Vergeet het niet. Wees verschillig!’ was de boodschap die we aan jongeren wilden meegeven.


Ambivalente positie


Het Nationaal Holocaustmuseum is zorgvuldig samengesteld, met een indrukwekkende tentoonstelling in de voormalige Hervormde Kweekschool, waar tijdens de oorlog honderden Joodse kinderen via het verzet ontsnapten. “Het is gebeurd, dus het kan weer gebeuren”, waarschuwt het museum in de woorden van Primo Levi. Echter, deze oproep stond in schril contrast met de opgelegde stilte rondom de Palestijnse kwestie.


Hoewel het niet actief werd opgelegd, gold er een ongeschreven regel dat je als museumdocent geen enkele vorm van dialoog met leerlingen aanging over het leed in Gaza, vooral niet als dit een schuldvraag richting Israël betrof. Hoewel dit lijden al decennia evident is, is dit sinds de aanval van Hamas op 7 oktober 2023 erger dan ooit. Toch blijft internationaal ingrijpen uit, terwijl Israël openlijk oproept tot geweld en moord. Zo verkondigde de Israëlische kolonistenleider Daniella Weiss: ‘Na 7 oktober zullen er geen Arabieren meer in Gaza zijn.’[2] Minister van Cultureel Erfgoed Amihay Eliyahu stelde zelfs een atoombom op Gaza voor, terwijl oud-minister Galit Distel-Atbaryan opriep tot de totale vernietiging van de regio.[3] Opmerkelijk genoeg was de Israëlisch president Yitzhak Herzog – die beweerde dat ‘er geen onschuldigen in Gaza zijn’ – bij de opening van het museum aanwezig.[4] Later werd er een arrestatiebevel tegen zijn premier en minister van Defensie uitgevaardigd door het Internationaal Strafhof (ICC).  Ondertussen breidt Israël onverminderd zijn controle over de Westelijke Jordaanoever verder uit. Palestijnse dorpen worden met geweld ontruimd, waarna er door kolonisten illegale nederzettingen worden opgezet. De destabilisatie van de regio wordt door Israël systematisch ingezet als ‘zelfverdediging’, terwijl internationale sancties uitblijven. Ondertussen gaat Israël onverminderd door met de etnische zuivering: de vernietiging van Gaza en kolonisering van de Westbank.


Het museum beroept zich op neutraliteit, maar door geen uitspraken te doen over hedendaagse genocidale retoriek en medewerkers een zwijgen op te leggen, neemt het impliciet een politieke positie in. Dit is des te schrijnender omdat musea een autoriteit vormen en een stellingname – of het ontbreken daarvan – de maatschappelijke perceptie beïnvloedt. In tegenstelling tot de opgedrongen stilte bood het museum wél ruimte voor dialoog over het Israëlisch-Palestijns conflict via evenementen als Mijn Israël | Mijn Palestina. Dat zijn mooie, waardevolle initiatieven, want door openhartige gesprekken te voeren, bevorder je begrip onder diverse achtergronden en creëer je ruimte voor een uitwisseling van nuance en medemenselijkheid. Waarom wel dergelijke dialoog faciliteren, maar angstvallig van je medewerkers stilte verlangen? Want terwijl scholieren in het museum, die via sociale media beelden van geweld en verwoesting zien, vragen stelden over de situatie in Gaza en parallellen trokken naar de getoonde thema’s, instrueerde het museum discussies af te sluiten met de opmerking: ‘Het is verschrikkelijk wat daar gebeurt, maar het is heel ingewikkeld.’ Dit lijkt bedoeld om ongemakkelijke gesprekken over een standpunt van het museum te vermijden; een schadelijke reductie die geen recht doet aan de complexiteit en de morele urgentie van de kwestie. Bovendien spreekt het museum zijn eigen boodschap tegen door geïnteresseerde jongeren niet adequaat te informeren.


Genocide


Hoewel de vraag of er sprake is van genocide in Gaza onderwerp van debat blijft, neemt de erkenning van etnische zuivering steeds meer toe. Het is opmerkelijk dat een instituut, gericht op de herinnering aan massaal geweld en dehumanisering, geen aandacht besteedt aan actuele situaties die academisch en maatschappelijk relevant zijn. Dit stilzwijgen is des te opvallender omdat het museum voorbijgaat aan de standpunten van belangrijke internationale organisaties zoals de VN, het Internationaal Gerechtshof (ICJ) en het Internationaal Strafhof (ICC), die cruciale rollen spelen bij het vaststellen van genocide. Tegelijkertijd zet Israël deze instellingen weg als antisemitisch, wat onlangs zichtbaar werd toen Francesca Albanese, speciaal VN-rapporteur voor de bezette Palestijnse gebieden, werd geweerd bij de buitenlandcommissie van de Tweede Kamer.


Historici zoals Ilan Pappé en Omer Bartov wijzen erop dat de Israëlische acties in Gaza kenmerken vertonen van genocide, een term die sinds de introductie door Raphaël Lemkin en de erkenning door de VN juridisch en historisch diep verankerd is. De consensus binnen genocideonderzoek, zoals benadrukt door Holocausthistoricus Barry Trachtenberg, bevestigt dat de situatie in Gaza volgens meerdere experts duidelijk voldoet aan de definitie van genocide. Meer dan 800 wetenschappers onderschrijven deze conclusie en wijzen expliciet op genocidale intenties bij Israëlische functionarissen.


Ook onderzoek van Forensic Architecture toont aan dat Israël gericht essentiële infrastructuur vernietigt, terwijl medische bronnen zoals The Lancet waarschuwen voor massale indirecte sterftecijfers die mogelijk veel hoger liggen dan het directe aantal slachtoffers. Deze bevindingen versterken de conclusie dat het stilzwijgen van het museum, juist vanuit historisch en educatief perspectief, onverantwoord en onhoudbaar is.


Wees verschillig!


‘Onverschilligheid is altijd de vriend van de vijand’, sprak Elie Wiesel in 1999, een citaat dat geprojecteerd staat in het museum. Toch lijkt het museum, ondanks deze boodschap, een politiek veilige positie van stilzwijgen te verkiezen boven morele verantwoordelijkheid. Het ICJ heeft erkend dat er een risico op genocide bestaat in Gaza; een oordeel dat door een groeiend academisch inzicht wordt ondersteund. Als instelling met educatie en moreelbewustzijn als speerpunten, zou het museum dit minstens als feit moeten erkennen.


In plaats daarvan schuwt het een morele stellingname, terwijl het discours rond Israël-Palestina is gepolitiseerd en door rechtsextremisten wordt misbruikt om bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten. Netanyahu wordt internationaal gesteund door extreemrechtse populisten zoals Geert Wilders en Donald Trump, die hem openlijk prijzen als een verdediger van ‘westerse waarden’ en ‘veiligheid’ – terwijl Elon Musk en Steve Bannon openlijk de Nazigroet doen. Het is een politiek van anti-antisemitisme waar figuren als Netanyahu, Trump, Orban, Le pen, Wilders en Weidel zich schuldig aan maken: vreemdelingenhaat en nationalisme rechtvaardigen en progressieve of linkse stemmen framen als antisemitisch, om vervolgens zelf antisemitische complottheorieën te blijven verspreiden. Juist in dit ongure politieke klimaat zou het Nationaal Holocaustmuseum een actievere rol moeten spelen in het bevorderen van moreel bewustzijn en een breed maatschappelijk debat over de inhoud van antisemitische retoriek en geweld, en het politiek-morele misbruik daarvan. In plaats daarvan wordt de inhoud en boodschap van het museum door derden selectief ingezet voor de eigen rechtsextremistische politieke agenda.


Door niet slechts te herdenken, maar ook de lessen uit de Holocaust toe te passen op hedendaagse situaties, blijft de educatieve waarde gewaarborgd. Een strikt opgelegde neutraliteit kan niet los worden gezien van moreel verzuim; juist eenieder die zich verdiept in het handelen van de internationale orde en de Nederlandse samenleving tijdens de Tweede Wereldoorlog zou dit moeten weten. De Holocaust leerde ons de gevaren van onverschilligheid. Als het museum zijn eigen missie serieus neemt, moet het in staat zijn om actuele genocidale dreigingen bespreekbaar te maken en voorkomen dat het historische lijden van Joden wordt ingezet voor politiek gewin van groeperingen die baat hebben bij verdeeldheid, vreemdelingenhaat, discriminatie, racisme en geweld. ‘Je weet het nu. Vergeet het niet. Wees verschillig!’ moet geen loze leus zijn, maar een werkelijke oproep tot actie.



Het blauw geeft alle beschadiging en vernietiging in Gaza weer, vanaf 15 oktober 2023 tot 6 juli 2024. Bron: Forensic Architecture, ‘Genocide in Gaza: An Investigation into the Israeli Military’s Destruction of Life-Sustaining Infrastructure in Gaza’, Goldsmiths, University of London, oktober 2024: https://forensic-architecture.org/investigation/a-cartography-of-genocide 
Het blauw geeft alle beschadiging en vernietiging in Gaza weer, vanaf 15 oktober 2023 tot 6 juli 2024. Bron: Forensic Architecture, ‘Genocide in Gaza: An Investigation into the Israeli Military’s Destruction of Life-Sustaining Infrastructure in Gaza’, Goldsmiths, University of London, oktober 2024: https://forensic-architecture.org/investigation/a-cartography-of-genocide 

* Deze blog is gebaseerd op het artikel ‘Onverschilligheid is geen optie’, gepubliceerd in Skript Historisch Tijdschrift vol. 4, nr. .4 (2025), themanummer Landjepik, p. 51-57.

[1] Dit oordeel baseer ik zowel op het internationale recht als op inzichten uit de geschiedkunde. In de tussenvonnissen van het ICJ met betrekking tot de toepassing van het Genocideverdrag in de Gazastrook oordeelde het Hof op 26 januari 2024 dat Israël onmiddellijke en effectieve maatregelen moest nemen ter bescherming van de Palestijnen tegen genocidale risico’s. De rechters concludeerden dat verschillende handelingen en nalatigheden van het Israëlische regime mogelijk binnen het kader van genocide vallen. Amnesty International en Human Rights Watch gaven op 26 februari 2024 aan dat Israël de verplichtingen uit deze vonnissen negeert, wat leidt tot een dreigende hongersnood in Gaza. Amnesty heeft het rapport van de VN-Speciale Rapporteur verwelkomd, waarin wordt gesteld dat er “redelijke gronden zijn om te geloven dat de drempel voor genocidale handelingen is bereikt”. In een derde tussenvonnis op 28 maart 2024 verplichtte het Hof Israël om zijn militaire offensief in Rafah te stoppen, de levering van humanitaire hulp te waarborgen en ongehinderd onderzoek naar mogelijke genocides toe te laten. Op 24 mei 2024 herbevestigde het Hof zijn eerdere vonnissen en benadrukte dat de opgelegde maatregelen bindend zijn. Deze beslissingen onderstrepen het oordeel dat Israël genocidale intenties vertoont, gezien de vastgestelde risico’s en de noodzaak voor directe actie ter bescherming van de Palestijnen in het gebied. Israël heeft elke uitspraak en oproep genegeerd en heeft sindsdien geen enkele actie ondernomen om het geweld te verminderen. Verdere overwegingen die hebben geleid tot dit oordeel – historische en juridische – zijn in de tekst onder het kopje ‘Genocide’ terug te vinden. Zie: International Court of Justice, ‘Proceedings instituted by South Africa against the State of Israel on 29 December 2023’, International Court of Justice (29 december, 2023).; https://web.archive.org/web/20240105144115/https://www.icj-cij.org/index.php/node/203394.; International Court of Justice, ‘Application of Convention on Prevention and Punishment of Genocide’ (S. Afr. v. Isr.), Provisional Measures, ICJ General List No. 192 (Geraadpleegd op 11 november, 2024): https://icj-cij.org/case/192

[2] Lucia Admiraal, ‘Israëlische ministers en kolonisten willen nederzettingen in Gaza: ‘Na 7 oktober zullen er geen Arabieren meer in Gaza zijn. Niemand zal overblijven’, NRC Handelsblad, 22 oktober 2024: https://www.nrc.nl/nieuws/2024/10/22/israelische-ministers-en-kolonisten-willen-nederzettingen-in-gaza-na-7-oktober-zullen-er-geen-arabieren-meer-in-gaza-zijn-niemand-zal-overblijven-a4870218 

[iii] Rob Vreeken, ‘Israëlische minister suggereert kernbom op Gaza: ‘Weerzinwekkende racistische kijk van de Israëli’s op Palestijnse volk’, De Morgen, 6 november 2023: https://www.demorgen.be/aanval-op-israel/israelische-minister-suggereert-kernbom-op-gaza-weerzinwekkende-racistische-kijk-van-de-israeli-s-op-palestijnse-volk~b5f06bc8/?referrer=https://www.google.com/ 

[4]  Arend Viëtor en Josefin Hoenders, ‘Onbegrip over komst Israëlische president naar opening Holocaustmuseum in Amsterdam: 'We zijn verbijsterd'’, EenVandaag, 7 maart, 2024: https://eenvandaag.avrotros.nl/item/onbegrip-over-komst-israelische-president-naar-opening-holocaustmuseum-in-amsterdam-we-zijn-verbijsterd/ 


Personalia: Yoni de Vries volgt de onderzoeksmaster Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en is oud-hoofdredacteur van Skript Historisch Tijdschrift. Zijn interesse gaat vooral uit naar de geschiedenis van eugenetica, nationalisme, identiteit en de medische wereld. Daarnaast houdt hij zich veel bezig met geschiedfilosofische benaderingen en hun politiek-morele implicaties in hedendaagse publieke en wetenschappelijke debatten. Momenteel schrijft hij zijn masterscriptie ‘De superieure code. De mechanisering van de geest van eugenetica tot artificiële intelligentie (ca. 1950–2020).’



 
 
 

Comments


Skript Historisch Tijdschrift • Kloveniersburgwal 48, Kamer E2.04/5 • Postbus 1626, 1000 BP Amsterdam • skript-fgw@uva.nl

©2025 Skript Historisch Tijdschrift. 

bottom of page